Sjitze de Roos - Diagnostiek en planning

25

Beeldvormingenordening

Wie is er hier nu gek? De oudoom, het nare neefje, de man, de vrouw, de blonde broeder, de rossige broeder, de chauffeur, de eenhoorn?Allemaal een beetje?Niemand?Of is de situatiewaarin al deze figuren elkaar treffen soms gestoord?Hoe dit ook zij, demoraal van dit verhaal is dat jemoet oppassen met uitsprakenover iemands psychischeproblematiek. Zeker als professional dien je jewel tweekeer tebedenkenvoor jebesluit tot eenoordeeloverdepro blematiekvan je cliënt. Bovendien: voor jehetweet zet jeoordeel zichvast en alleswat jeverdernogopmerkt dient alleenmaar terbevestiging.Dat gebeurt ook ervarenhulpverleners. Een beroemd geworden voorbeeld daarvan is het volgende. Echt gebeurd, ditmaal. Deechtgenoot oogt dewagennaen sluit de voordeur. Hijwrijft zich verge noegd in zijn handen en denkt: ‘Dat heb ikmooi voor elkaar.’ Terwijl hij terug looptdoordegangdringtplotselingzachthoefgetrappel tothemdoor.Hij staat stil, spitst zijn oren en hoort ongeduldig hinniken uit de richting van het park overwaaien. ‘Ikmoet opschieten’, denkt hij, ‘door al dat gedoe heeft het arme beest nog steeds zijnochtendpepermuntjenietgehad.’ In 1973 lietendeAmerikaansepsycholoogDavidRosenhan en zijnmedewerkers zich vrijwillig opnemen in verschillende psychiatrische klinieken. De redendie zij voor hun opnameverzoek gaven was dat zij stemmen hoorden. In alle gevallen werdbijopnameschizofrenieofeenvergelijkbarediagnosegesteld.Meteennade opnamegedroegenzij zichzoalsbuitendeklinieknormaal zouwordengevonden. Verderverteldenzijhunbehandelaarsaldirectdatdestemmenverdwenenwaren. Naeenverblijfvariërendvanzevendagen totachtwekenwerdenzijallemaal ontslagen. Hunontslagdiagnose luidde: schizofrenie in remissie. Geen vanhen werd als pseudopatiënt ontmaskerd, integendeel: hungedrag, hoe normaal en Twee zwaargebouwdebroeders bellen aan. Demandoet de voordeur open en vraagt rustigwathijvoordeherenkandoen.Tukophetspektakeldatzodadelijk zal ontbranden staat de vrouw achter hem inde hal. ‘Uw vrouw zegt dat u een eenhoorn inde tuinhebtgezien,’zegtdeblondeverpleger, ‘isdatwaar?’ Deman kijkt verrast op, krabt zijn ongeschoren kin en antwoord bedacht zaam: ‘Een eenhoorn?Welnee. Eenhoorns bestaan niet, dat weet iedereen. Zei mijnvrouwdat?Wat vreemd.’ ‘Wewetengenoeg’, zegtde rossigeverpleger terwijlhijmetzijncollegaopde vrouwafstevent, ‘wevondenhet al zo’n raar telefoontje.’Opgeroutineerdewijze nemen de beide broeders de hevig verschrikte vrouw in een verpleegkundige houdgreep, verpakken haar vakkundig in een dwangbuis en voeren haar met loeiende sirene af. Zij gilt zoharddat de raampjes er vanbeslaan. ‘Zie jewel, zo gekalseendeur,’mompeltdebestuurder en schudtontdaanzijnhoofd. pseudopatiënten

Made with FlippingBook - Online catalogs