Oedzge Atzema, Ton van Rietbergen, Jan Lambooy en Sjef van Hoof - Ruimtelijke economische dynamiek

Ruimtelijke economische dynamiek Kijk op bedrijfslocatie en regionale ontwikkeling Oedzge Atzema, Ton van Rietbergen Jan Lambooy en Sjef van Hoof

u i t g e v e r ij

c

c ou t i n ho

Ruimtelijkeeconomische dynamiek Kijkopbedrijfslocatieen regionaleontwikkeling

OedzgeAtzema TonvanRietbergen

JanLambooy Sjef vanHoof

Derde, herzienedruk

c u i t g e v e r ij

c ou t i n ho

bussum2012

©1997Uitgeverij Coutinhobv Alle rechtenvoorbehouden.

Behoudens de inof krachtens deAuteurswet van1912 gesteldeuitzonderingenmagniets uit deze uitgaveworden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe stand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigewijze, hetzij elektronisch, mecha nisch, door fotokopieën, opnamen, ofopenigeanderemanier, zondervoorafgaande schrif telijke toestemmingvandeuitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toege staanopgrondvanartikel 16hAuteurswet1912dientmendedaarvoorwettelijkverschul digde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130KB Hoofd dorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readersenanderecompilatiewerken (artikel 16Auteurswet1912)kanmen zichwenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en ReproductierechtenOrganisatie, Postbus 3060, 2130KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).

Eerstedruk1997 Derde, herzienedruk2012

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Omslag: RonaldBoiten, Amersfoort Foto’s omslag:©UniversiteitUtrecht, faculteitGeowetenschappen, C&M

Noot vandeuitgever Wij hebben allemoeite gedaanom rechthebbenden van copyright te achterhalen. Perso nen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op tenemenmetdeuitgever.

ISBN 9789046900567 NUR 903

Voorwoordbij dederde, herzienedruk

De wereldeconomie verkeert in een bijna permanente staat van turbulentie. Banken fuseren en worden weer opgesplitst. Vroegere ontwikkelingslanden nemen een steeds groter deel van dewereldhandel voor hun rekening. Inno vaties drukkende ene bedrijfstak inhet defensief en zorgen voor eenopbloei van de andere. De Europese economische integratie stagneert en er worden zelfs steeds grotere vraagtekens geplaatst bij deEU enhaar steeds verdereuit breiding. De economische geografie kan als empirische, toegepastewetenschaphelpen de economische turbulentie teverklaren.Ofschoonde economischegeografie haar wortels heeft in de negentiende eeuw is de wetenschap bepaald niet stil blijven staan. Economisch geografen hebben zich het afgelopen decennium beziggehoudenmetglobaliseringsvraagstukken, institutioneleverschillen tus sen regio’s en de ruimtelijke evolutie van bedrijfstakken en hun geluidwordt steedsmeer gehoord. Dit boek beoogt studenten en andere geïnteresseerden een actuele ingang te bieden naar de economische geografie. Het boek is nadrukkelijk bedoeld als een inleiding,maar de literatuurlijst biedt een aardige staalkaart vande stand van zaken. Tenopzichte vande tweededrukdie in2002verscheen, zijn zowel dehoofdstukindeling alsdebehandeldeonderwerpen ingrijpendveranderd. Het boek is verdeeld in twee delen. Na het inleidende hoofdstuk over de relatie tussen de economische geografie en de economische wetenschap vol gen vier hoofdstukken die vanuit verschillende perspectieven naar het loca tievraagstuk kijken: wat zijn de beweegredenen voor bedrijven om voor een vestigingsplaats te kiezen?De volgende vier hoofdstukkenhebbenmet elkaar gemeen dat ze regio’s en landen als centraal thema hebben: hoe ontstaan de economischeverschillen tussengebieden enhoekun je zemet elkaar vergelij ken? Zowel dehoofdstukkenmetdebedrijfsmatige invalshoekalsdehoofdstukken met de regionale invalshoek hebben dezelfde opbouw. Het tweede hoofdstuk behandelt het (neo)klassieke perspectief. Het derde hoofdstuk hanteert een behaviourale ingang. Het vierde hoofdstuk is ingekaderd vanuit het institu tionele perspectief (hoe zijn bedrijfstakken c.q. regio’s georganiseerd) en ten slottevolgthet evolutionaireperspectiefdatde laatste jarenaaneen sterkeop mars inde economischgeografische literatuur is begonnen.

GraagwillenweMargot Stoete van de afdeling voorlichting van de Faculteit GeowetenschappenUniversiteitUtrecht bedanken voor hetmaken vande fi guren. Zonderdekritische envasthoudendeblikvanSuzanneLoohuis en Jan Scheffers vanUitgeverij Coutinho zoudit boek er nooit indeze vorm zijn ge komen.We hopen dat het boek studenten, vakgenoten en andere belangstel lenden eenhandreikingbiedt omde economische geografie verder te verken nen.Voor op- en aanmerkingenhoudenweons aanbevolen. OedzgeAtzema, TonvanRietbergen, JanLambooy enSjef vanHoof Utrecht, voorjaar 2012.

Inhoud

1

De toepassingsmogelijkhedenvaneconomischegeografie

11

1.1 Deherontdekkingvande economische geografie

12 18 21 24

1.2 Over locatie, afstand ennetwerken

1.3 Bedrijf enomgeving

1.4 Conclusie

2

Klassiekeenneoklassieke locatietheorieën

27

2.1 Inleiding

27

2.2 Klassieke theorieën:minimalekosten 28 2.2.1 Agrarischgrondgebruikvolgens JohannHeinrichvonThünen 29 2.2.2 Locatie van industriëlebedrijvenvolgensAlfredWeber 35 2.2.3 Nuanceringvanhet lineair verband tussen afstand en transportkosten 44 2.3 Neoklassieke theorieën: rekeninghoudenmet demarktfunctie 48 2.3.1 Rangorde en spreidingvanvoorzieningenvolgens WalterChristaller 49 2.3.2 Locationele concurrentie volgensHaroldHotelling 57 2.3.3 MarktgebiedenvolgensAugust Lösch 60 2.4 Conclusie 61

3

Behaviouralebenaderingvan locatiekeuze

63

3.1 Inleiding

63 64 66 70 76

3.2 ‘Bounded rationality’: debegrensde rationaliteit vandebeslisser

3.3 DebehaviouralematrixvolgensAllanPred

3.4 Bedrijfsverplaatsingen

3.5 Conclusie

4

Institutionelebenaderingvan locatiekeuze

79

4.1 Inleiding

79 80 84 88 91 93 95

4.2 Economie als spel, instituties als spelregels

4.3 Transactiekosten, een cruciaal onderdeel vande institutionele benadering

4.4 Instituties en locatiekeuze

4.4.1 Instituties enbuitenlandsedirecte investeringen 4.4.2 Instituties enbedrijfsverplaatsingen

4.5 Conclusie

5

Evolutionairebenaderingvan locatiekeuze

97

5.1 Inleiding

97 99

5.2 Nieuwebedrijfsactiviteiten: toeval en agglomeratie

5.3 Conclusie

106

6

Klassieke regionalegroeitheorie: regio’s langsdemeetlat

109

6.1 Inleiding

109 109 110 111 114 115 118 122 125 126

6.2 Mercantilisme: op jacht naar goud inkoloniën 6.3 AdamSmith: de grondlegger vandeklassieke economie 6.3.1 De comparatievekostenleer vanRicardo 6.4 Stuwende enverzorgendebedrijvigheid 6.5 (Neo)klassieke groeitheorie: kritiek en aanpassing 6.6 Revival vanklassieke ideeën: de concurrentiekracht van landen volgensPorter 6.7 Hoekun je landen en regio’smet elkaar vergelijken?

6.8 Kritiekopde concurrentiekrachtindexen

6.9 Conclusie

7

Plaats tekoop: overdebeïnvloedingvanbezoekers, bedrijvenenbewoners

127

7.1 Inleiding

127 127 128 131 133

7.2 Landverhuizers endagjesmensen

7.3 Marketingvanplaatsen

7.4 De rol vande geografie indeplaatsmarketing

7.5 Plaatsmarketing inNederland

7.6 De jacht opbohemiens, biomedici enbollebozen 7.7 Hallmark events: cultuur en sport als promotiemiddel

135 136 139

7.8 Conclusie

8

Instituties en interventie: is ruimtelijkegroei te sturen?

143

8.1 Inleiding

143 143 147 149 152 153 154

8.2 Cumulatieve causatie volgensMyrdal 8.3 De groeipolenvolgensPerroux 8.5 Beleidsinterventie: de instrumenten 8.6 Marktordening en ruimtelijkeordening 8.4 Kan interventie regionale tegenstellingenvoorkomen?

8.7 Conclusie

9

Deevolutionairegroeitheorie

155

9.1 Inleiding

155 155 162 168

9.2 De economie gaat op enneer: de leer vande lange golven 9.3 Clusters alsuitkomst van evolutionaireprocessen

9.4 Conclusie

10

Nawoord

169

10.1 Economie engeografie

169 171 172

10.2 Locatiekeuze en regionaal-economische groei

10.3 Regionale groei enontwikkeling

Literatuur

175

Register

181

1 De toepassingsmogelijkheden vaneconomischegeografie

Dit boek over economische geografie behandelt de hoofdlijnen vande belang rijkste theorievorming op het snijvlak van economie en geografie. De econo mische geografie is al eeuwenoud en het vakgebied is altijd van nut gebleken, zowel indeperiode vandekolonialehandel als inhet huidige internettijdperk. ‘Wat gebeurt waar enwaarom gebeurt het daar?’ is de kortst mogelijke vraag dieeeneconomischgeograaf zich stelt.Hij letdaarbij vooral op ruimtelijkever schillen inkostenenopbrengsten tussen landen, regio’sensteden.Dewelvaarts verschillen in de wereld zijn een typisch economisch-geografisch onderwerp. Economischgeografenverklarendezeverschillendoormetbehulpvandatavan bijvoorbeeld deWereldbank te kijken naar de spreiding van grondstoffen en productiefactoren zoals arbeid, kapitaal engrond.Ookhavens enwegendiede bereikbaarheidvangebiedenbepalenende schaal endesamenstellingvande in een landof regio aanwezigebedrijvigheid zijn vanbelang.Deproductiviteit en daarmeedeverdiencapaciteit van een regioverschilt immersperbedrijfsklasse. Behalve economische factoren zijn ook culturele, sociale, politieke en natuur lijke factorenvan invloedopdewelvaartsverschillen indewereld. De economische geografie heeft een theoretische basis,maar is een toege paste tak vanwetenschap. Dat betekent dat economisch-geografische kennis ‘bruikbaar’moet zijnvooroverhedenofbedrijven. Indeeconomischegeogra fie staan twee vragen centraal: ■ Waarom vestigt een bedrijf zich in regioA enniet in regioB (het locatie vraagstukvanbedrijven, voorzieningen enhuishoudens)? ■ Waaromdoet het ene land, regioof stadhet economischbeter danhet an dere (het ontwikkelingsvraagstukvan landen, regio’s en steden)? Deze indeling vormt de rode draad van dit boek. Beide vragen worden in hoofdstuk 2 tot enmet 9 bekeken via verschillende theoretische invalshoe ken: de (neo)klassieke, de behaviourale, de institutionele en de evolutionaire invalshoek.Dit hoofdstukbiedt eenhistorischoverzicht vande relaties tussen economie en geografie. Hoofdstuk 10 sluit afmet een actuele positiebepaling vande economische geografie.

11

1 De toepassingsmogelijkhedenvaneconomischegeografie

1.1

Deherontdekkingvandeeconomischegeografie

Het jaarlijkse World Development Report van deWereldbank kreeg in 2009 de titel ReshapingEconomicGeography mee. Deze titel ende uitgebreide aan dacht van het rapport voor de rol van fysieke omgeving en afstand maken duidelijkdat deWereldbank groot belang hecht aan geografische factorenbij deverklaringvaneconomischeverschillen tussen landenengebieden.De toe kenning van de Nobelprijs voor Economie in 2008 aan Paul Krugman voor zijn analyse van handelspatronen en locaties van economische activiteiten is een ander teken van de toenemende belangstelling voor de invloed van geo grafieop economische vraagstukken.

Figuur1.1 HetWorldDevelopmentReport 2009

In de periode na de TweedeWereldoorlog stond de geografischewetenschap in een slecht daglicht. De nazi’s hadden geografische theorieën gebruikt om de gebiedsuitbreiding vanhetDuitse rijk te plannen, ende geur van Blut und Boden, de vermeende band tussen geografie en racisme , zorgde ervoor dat de faculteiten geografie aan de Harvard University (Boston) en de Columbia University (NewYork) in deze periode zonder slag of stoot werden opgehe ven. Ook andere vermaarde universiteiten in deVerenigde Staten sloten hun geografische faculteiten.Voorde economischegeografiewasdit eengevoelige aderlating.

12

1.1 Deherontdekkingvandeeconomischegeografie

De economische geografie is daarna langzamerhand weer opgekrabbeld en heeft zeker vanaf 1990 de wind duidelijk in de zeilen, al vond dit alles niet zonderhortenen stotenplaats.Dedisciplinairediscussie tusseneconomenen geografenverloopt totopdedagvanvandaagbepaaldniet vlekkeloos. Econo men verwijten geografen een gebrek aan algemeen geldende theorie; geogra fen verwijten economen gebrek aan aandacht voor de empirie en ervaring als bronvankennis.Hetdebatgaatvaakoverdevraag inwelkematedeomgeving de economische prestaties van bedrijven en van gebieden bepaalt. Er zijn in de loop vande tijd verschillende antwoorden gegevenopdeze vraag.De aan dacht ging eerst uit naar de invloed vande fysieke omgeving opde economi sche prestatie van gebieden. Zo deelde EllsworthHuntington (1876-1947) in zijn standaardwerk Civilizationand climate (1915) beschavingenhiërarchisch in.Hetmeest stimulerendeklimaat bleekvoor tekomen inNewHaven, Con necticut in de Verenigde Staten. Dit was, niet geheel toevallig, de plek waar hij zelf aan de YaleUniversiteit doceerde. Daaronder kwamen trapsgewijs de andere regio’s,waarbij de landenmet een tropischklimaat enmensenmet een donkerehuidskleur als laagste scoorden.Huntingtonbeschouwde verschillen inklimaat dus als relevante verschillen inomgevingsfactoren voor producen ten, enals gevolgdaarvanvoordegezamenlijkgeleverdeeconomischepresta tie.DegeografeEllenChurchill Semplegingnogeen stapverder.Deeerstezin vanhaar in1911verschenen Influences ofGeographicEnvironment luidde: ‘De mens is eenproduct vanhet aardoppervlak.’ Huntington en in nog sterkere mate Semple waren duidelijke represen tanten vanhet fysischdeterminisme inde geografie, dat ervanuitging dat de natuur nauwelijks ruimte bood voor verschillen inmenselijk handelen. Eco nomenvondendit tedogmatischen teweinig ruimte latenvoordemens, het geen leidde tot een afwijzing van de geografie als mogelijke verklaring van de armoede in de wereld. De oplossing van armoedemoest van demens en de technologie komen, bijvoorbeelddoor stimulering vande economie, zoals Keynes betoogde endoorRooseveltmiddels zijn NewDeal is toegepast bij de bestrijdingvande economische crisis van1929. Ook de naoorlogse uitbouw van de welvaartstaat deed het vakgebied van de economische geografie aanvankelijk geen goed. De samenleving stond in deze periode sterkonder invloed vande opmars vannieuwe technologie. Po litici, ondernemers en consumentenhaddende indrukdat de natuur enhaar beperkingen te overwinnen waren. Men sprak van een maakbare samenle ving.Niet alleen in totalitairgeregeerde landenzoalsdeSovjet-UnieenChina, maar ook inmeer democratisch geregeerde landen leidde dit tot grote ingre pen inde fysieke omgeving, zoals gigantische ontbossingen, het zeer veelvul dig toepassen van bestrijdingsmiddelen en het omleggen van grote rivieren. De ecologische gevolgenhiervanwarenvaakdesastreus. In de late jaren zestig van de vorige eeuw trok de belangstelling voor de economische geografie weer aan. Niet vanwege de betekenis van de natuur-

13

1 De toepassingsmogelijkhedenvaneconomischegeografie

lijkeomgeving,maardoorhetbesefdatdeongelijkheid tussen regio’svanmis schienwel blijvende aardwas. Dat was niet alleen opwereldschaal het geval, maar ook binnen landen. Sommige regio’s kenden een veel hogerewerkloos heiddanandereregio’sendezeverschillenblekenhardnekkig.Ook indeagra rische en industriële regio’s vanNederland kwam in deze periode veel werk loosheid voor, enmenigeen besloot te emigreren naar bijvoorbeeld Canada, AustraliëofNieuw-Zeeland.Versterkingvande economiemoest hierdekan senvande regio’skeren.Regionaal beleidbetekende indie tijddatdeoverheid ‘werk naar demensen bracht’ door subsidies beschikbaar te stellen voor het aantrekken vannieuwe bedrijvigheid of het uitbreiden van bestaande bedrij ven. Daarnaast werd de bereikbaarheid van regio’s verbeterd door de aanleg vanwegen en spoorwegen. De geografie vande regiowerddus aangepast om de economie en de welvaart te stimuleren. De economische geografie kreeg hiermee een toepassingsmogelijkheid inoverheidsbeleid.

Figuur1.2 DavidS. Landes’ bestseller TheWealth andPoverty of Nations

Het in 1998 verschenen TheWealth and Poverty of Nations van de historicus DavidLandes leiddede rehabilitatie vande economische geografie binnende sociale wetenschappen in de Verenigde Staten in. Landes meent dat de geo grafiemethaarnadrukopongelijkeverdelingvannatuurlijkehulpbronnenen beperkingendoorhetklimaat tenonrechte indevergetelheidwasgeraakt.Een van zijn voorbeelden is dat een gezamenlijke strijd tegen het water een basis kan zijn voor economische voorspoed. Tropische klimaten daarentegen zor

14

1.1 Deherontdekkingvandeeconomischegeografie

gen door hun hogere ziektedruk voor een lagere productiviteit en zijn daar meeeenremopontwikkeling.Hoewel zedankbaarwarenvoorderehabilitatie van geografische factorendie door Landes op gangwas gebracht vonden veel geografenhem tever gaan.Het deed ze teveel aanhet vroegeredeterminisme denkenmaar Landes heeft ontegenzeggelijk de belangstelling voor de econo mische geografiedoen toenemen. Landes bracht nadrukkelijk de geografie als verklarende variabele voor wel vaartsverschillen naar voren, maar over het algemeen concentreren econo misch geografen en historici zich op de wijze waarop samenlevingen geor ganiseerd zijn (rechtssysteem, onderwijs, ondernemersklimaat). Een mooie anekdotedaarover biedt deZwitserse economischhistoricusPaul Bairochdie ooit schreef: ‘Kleine landen zijn het die ingesloten liggen tussen vaak vijan dige buurlanden, afgesloten van zee en zonder natuurlijke hulpbronnen of bodemschatten. Een groot deel van de grond is bergachtig en onvruchtbaar. Verbindingen bestaanniet en zijnmoeilijk aan te leggenwegens de vele ber gen…De bevolking is gering en valt uiteen in verschillende groepen, zonder culturele of linguïstische banden. Demensen zijn zo armdat ze emigrerenof als huurling dienst nemen in buitenlandse legers. Zo’n land lijkt nauwelijks toekomstmogelijkheden te hebben. Het is het uitzichtloze ontwikkelingsland par excellence.’ Toch is dit volgensBairoch een vrij adequatebeschrijving van Zwitserland rond1800. Inmiddels isZwitserland eenvande rijkste landen ter wereld. Vrijhandelspolitiek, het belastingsysteem, onderwijs, spaarzin, poli tieke rust enneutraliteit zijn enkelevande factorendie zijn economischeont wikkelinggestimuleerd zoudenhebben. Losbreken uit de vicieuze cirkel van armoede is volgens historici mogelijk, maarhet is een complexproces. JanLuitenvanZanden, hoogleraar economi sche geschiedenis, brengt die complexiteit terug tot twee factoren:machtsde lingen toegang totnatuurlijkehulpbronnen: ‘Heeftzicheenmaal eencentrum vangroei ontwikkeld (zie: de Italiaanse stadstaten inde latemiddeleeuwen, de Hollandse steden in de zeventiende eeuw, Duitsland en Japan na de Tweede Wereldoorlog), dan trekt die groeikern vaak de omliggende regio met zich mee. Bij “de buren” gebeurt al snelméér dan alleenmeedrijven op de golven van productie en handel. Vaak zie je dat omringende gebieden de instituties van een economisch centrum kopiëren. Dat is een fundamentele, structurele ontwikkeling, naast de conjuncturele’ ( NRCHandelsblad , 21 juni 2011). Niet alleen historici, maar ook economen hebben de herontdekking van de economische geografie inde hand gewerkt. In zijnbestseller TheCompetitive Advantages of Nations (1990) beschreef bedrijfskundige Michael Porter de geografische basisfactoren die ieder land in huismoet hebben om concurre rend tezijn. IndeNederlandsecontextmoetmendandenkenaandemonding

15

1 De toepassingsmogelijkhedenvaneconomischegeografie

vangrote rivierenwaaroponze ‘deltaeconomie’ isgebaseerd.Nederland ismet dehavensvanRotterdamenmet Schiphol theGateway toEurope , eenconcur rentievoordeel dat rechtstreeks verbandhoudtmet de geografie vanons land. Porter beschrijft enkele economische succesverhalen van regio’s zoals het zo genoemdeDerde Italië enhetAmerikaanseSiliconValley.

Kader1.1 SiliconValley, demeest innovatieve regio terwereld

De naam Silicon Valley werd voor het eerst gebruikt door de Amerikaanse jour nalist DonHoefler inhet begin vande jaren zeventig vande vorige eeuw. Hoefler beschreefmet het begripdeopkomst vandehalfgeleider industrie inde zuidelijke helft vandeBaai vanSanFrancisco.Het gebied strekt zichvanhetnoordenuit van Palo Alto tot het vliegveld van San Francisco in het zuiden en tot de bergen van SantaCruz inhet zuidwesten en tot de oostkant van San José inhetwesten. Voor de komst vandehightechbedrijven stondhet gebiedbekendom zijn voortreffelij kepruimenboomgaarden.Hetwas eengebiedmet eenaangenaamklimaat zonder degroteverkeersdruktevandegroteAmerikaanse steden.

Figuur1.3 SiliconValley

16

1.1 Deherontdekkingvandeeconomischegeografie

Landen en regio’s doen er volgens hem goed aan regionaal-economische spe cialisaties (clusters) als speerpunt te nemen voor hun economische ontwik keling. InNederland heeft deze gedachte ingang gevonden via het ‘Pieken in deDelta’-beleid, dat ondermeer heeft geleid tot de zogenoemde FoodValley in en rondWageningen.Wederomvalt opdat het hier om eenbeleidsgerichte benaderingvande economische geografie gaat. InditverbanddientookdenaamvanRichardFloridagenoemd teworden. Florida schreef in2002 TheRise of theCreativeClass .Omdat productieactivi teiten vanuit de westerse wereld steeds vaker worden uitbesteed naar lagelo nenlanden, is creativiteit volgens hem de belangrijkstemotor geworden van economische groei (hierovermeer inhoofdstuk7). De opkomst van het internet bracht O’Brien (1992) ertoe om het einde van de geografie te voorspellen. Als afstand er nauwelijks meer toe doet, wat is dan nog de inbreng van de geografie? Boeken als dat van deNewYorkse co lumnistThomasFriedmann (2005)met deprovocatieve titel TheWorld isFlat Hoewelhetop tallozeplaatsen indewereld isgeprobeerdSiliconValley tekopiëren (Bengalore, Tel Aviv, Cote d’Azur) is het nergens gelukt. Volgens GordonMoore, een vande oprichters van Intel, zijn er eenpaar succesfactorendie niet zomaar te kopiëren zijn: ■ de beschikbaarheid en voortdurende instroom van grote aantallen hoogopge leide ingenieurs; ■ eenondernemerscultuurwaaringeenangst voor falenbestaat; ■ de ruimebeschikbaarheidvan risicokapitaal; ■ voorwaardescheppendoverheidsbeleid. Bron:Markoff, J., 2009 Inhet gebied zijnonder andere de hoofdkantoren vanApple, Cisco, Google, Intel enYahoogevestigd.De regiowordtwelbeschouwdalsdekraamkamervandehalf geleider, depersonal computer, het internet enGoogle. Devoormaligedecaanvan de Faculteit werktuigbouw van de StanfordUniversiteit, Frederick Terman, wordt wel als de geestelijk vader van de valley beschouwd. Hij wilde in de buurt van de universiteit werkgelegenheid voor afgestudeerden creëren zodat ze niet naar de Amerikaanseoostkust zoudenhoeven te verhuizen. In1939bouwdenBill Hewlett en Dave Packard er in een garage een oscilator voor deWalt Disney-studio’s. In 1977begonSteve Jobs indegaragevan zijnoudersApple-computers tebouwen. SiliconValley is eenvoorbeeldvanSchumpeter’s creatievedestructie.Debedrijven inhet gebiedhebben zich steeds doorontwikkeld. Vanhet bouwen vanhardware schakelden de bedrijven over op het schrijven van software en het ontwikkelen vanapplicaties en zoektechnologieën. Vindingenuit SiliconValleyveranderdende werelden leidden inandere sectoren totgroteveranderingenzoals indeentertain mentindustrie (muziek, film), dekrantenwereldendeuitgeverij.

17

1 De toepassingsmogelijkhedenvaneconomischegeografie

bevestigdendit beeld. Robert Kloosterman, hoogleraar economische geogra fie, haalde in zijn oratie een conclusie van The Economist aan omduidelijk te makendathetbeeldvanO’Briennietklopte: ‘Distance isdying, butgeography it seems, isaliveandkicking’ (Kloosterman, 2001).Zes jaareerdernoghaddit blad geconcludeerddat afstand als beperkende factor voor economische acti viteitenhad afgedaan. Of het verdwijnen van afstand tot de ondergang vande geografie leidt be staat veel discussie. Het gezaghebbende Amerikaanse tijdschrift Foreign Po licy erkende in 2002 in ‘Prisoner of geography’ in elk geval de (vermeende) onderschatting van geografische factoren bij het verklaren van verschillen in welvaart tussen landen. De conclusie was: ‘In the academic arena economic geography is no longer taboo. It is only amatter of time before the discipline becomes acceptable in broader circles.’ RicardoHausman, hoogleraar econo mie enbeleid, stelt indit artikel: ‘Tropical, landlockednationsmaynever en joy access to themarkets and new technologies, they need to flourish in the global economy.’ Philip Parker gaat in Physio-economics (2001, p. 8) nog een stapverder enconcludeertdat afstand totdeevenaar inhogemate (R2=70%) voorspellend is voor de rijkdom van een land, een verbanddat door de jaren heen bovendien lijkt in kracht toe te nemen. Het statistische verband tussen breedtegraad enwelvaart is in elkgeval velemalen sterkerdandie tussen reli gieenwelvaartdat isgenoemddoorveel andereonderzoekers, onderwieMax Weber. Het is echter niet verstandig om bij verklaringen van verschillen in wel vaartweer helemaal terug te vallenop ligging enklimaatwant dat lijkt te veel ophet geografischdeterminismevanvroeger. Inplaatsvaneendirect verband tussen klimaat en economie kunnen we beter spreken van een indirect ver band. Tussen gebieden op dezelfde breedtegraad bestaan grote verschillen in natuurlijke omstandigheden (ligging aan zee, golfstromen, enzovoort), maar ook inpolitieke en institutioneleomstandigheden.Kortom, het klimaat ende ligging van een gebied zijn serieuze factorenbij het verklaren van verschillen maar zijn zeker niet allesbepalend zoals bijvoorbeeld uit het eerder gegeven voorbeeldvanZwitserlandblijkt.

1.2

Over locatie, afstandennetwerken

Volgens Crevoisier (1999) staan in de economische geografie de homogeni serende benadering ende particuliere benadering tegenover elkaar.De eerste benadering, waartoe de klassieke enneoklassieke theorie kunnenworden ge rekend, wil koste wat het kost tot wetmatigheden komen en negeert histori sche en ruimtelijke afwijkingen van de theorie. De tweede benadering richt zich juist op de verklaring van het bijzondere en omarmt temporele en geo grafische afwijkingen in de economie. Of in de woorden van Crevoisier: ‘It

18

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online