Maaike Hajer, Mylène Hanson, Betsy Hijlkema en Annelies Riteco - Open ogen in de kleurrijke klas

wat is een kleurrijke klas ?

17

1.1

Wat is een kleurrijke klas? ‘De hele wereld ontmoeten in één klaslokaal,’ zo beschrijft een docent geschie denis zijn werk aan een school in Amsterdam-Oost. Een kleurrijke klas, vol verhalen, vol talen. Wie twintig jaar niet in een gemiddelde grotestadsschool is geweest, zal zijn ogen uitkijken en zijn oren scherpen. Naast het veelkleuri ge uiterlijk van leerlingen is het gevarieerde taalgebruik opvallend: leerlingen praten vele talen, hun Nederlands heeft vaak andere klanken, woordkeus en zinsbouw dan de nieuwslezer van het nos-journaal laat horen. Open ogen en oren zijn nodig om die verscheidenheid te leren kennen en om te begrijpen wie deze leerlingen zijn, waar hun kansen liggen en welke ondersteuning en leerroute de school hun het best kan bieden. Waar zou je dan naar kunnen kijken en luisteren? Wat kunnen de leerlingen zelf vertellen? Kiran is geboren in Suriname en is sinds haar zesde in Nederland. Een ambitieus, leergierig meisje dat het op vmbo-t goed doet en waarschijnlijk naar de havo kan doorstromen. Ze treedt zelfbewust op, is trots op haar Hindoestaans-Surinaamse achtergrond en vertelt daar graag over. Haar klasgenote Jennifer komt uit een Ne derlands arbeidersgezin waarin ze weinig steun voor haar schoolwerk krijgt. Ze valt niet op in de klas, vraagt weinig hulp. Haar resultaten zijn zorgwekkend. Tadik, wiens ouders uit Turkije komen, speelt de macho in de klas. Hij denkt het goed te doen, maar zijn leraren twijfelen daaraan. Ze vinden dat hij na schooltijd minder met Turkse en meer met Nederlandse jongens zou moeten optrekken om zijn Ne derlands te verbeteren en daardoor beter te integreren. Wie deze leerlingen aanduidt als ‘achterstandskinderen’ doet Kiran geen recht; wie spreekt van de problematiek van ‘allochtone leerlingen’ en ‘zwarte scholen’ ziet Jennifer over het hoofd; wie het heeft over ‘anderstalige leer lingen’ lijkt zich vooral te richten op het anders-zijn in taal en daarbij de culturele achtergrond van de kinderen te negeren; wie spreekt over ‘moslim leerlingen’ overschat mogelijk de invloed van de religie en stelt een deel van de leerlingen centraal, terwijl andere uit het zicht raken. Zo kleven er aan alle termen bezwaren. Oorzaak daarvan is dat er zo veel verschillen bestaan tussen leerlingen dat geen enkele algemene term alle be langrijke factoren kan uitdrukken. Het gevaar van dergelijke termen is bo vendien dat die verscheidenheid uit het oog verloren wordt en er in stereo tiepe beelden wordt gedacht, waarbij aan bepaalde typen leerlingen bepaalde problemen worden toegeschreven. Individuele kinderen zijn daar vaak niet bij gebaat.

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online