Maaike Hajer, Mylène Hanson, Betsy Hijlkema en Annelies Riteco - Open ogen in de kleurrijke klas

14

inleiding

in de eigen mogelijkheden. Ook hier geldt weer dat leraren hun rol in deze taalontwikkeling binnen alle schoolvakken en -vormingsgebieden moeten willen oppakken en dat zij niet in de valkuil moeten trappen van versimpe ling en niveauverlaging. Dit boek is in de eerste plaats bedoeld voor leraren en leraren in opleiding die onderwijs (gaan) verzorgen aan de doelgroep 10- tot 18-jarigen. Dat betekent dat we ingaan op vragen die vooral spelen bij jongeren vanaf de bovenbouw basisonderwijs, tijdens het voortgezet onderwijs en ook in de eerste jaren van het middelbaar beroepsonderwijs. De praktijksituaties zijn ook uit deze con texten afkomstig. We gaan in op basale inzichten in pedagogische, culturele en talige aspecten van het werken in groepen die naar talige en etnische ach tergrond heterogeen zijn samengesteld. Een tweede doelgroep vormen begeleiders, opleiders, (stage)werkplekbege leiders en medewerkers van professionaliseringsinstellingen. Zij kunnen dit boek inzetten in opleidingen en professionaliseringstrajecten waarin zij de dagelijkse onderwijspraktijk als uitgangspunt willen nemen en waarbinnen zowel pedagogische als (taal)didactische aspecten tot hun recht moeten ko men. Voor hen is in het bijzonder ook hoofdstuk 4 van belang, waarin leer zame activiteiten en trajecten zijn voorgesteld waarin de samenhang tussen de drie tandwielen centraal staat. We stellen ons ook voor dat teams van op leiders, wellicht in contact met het werkveld, de voorgestelde leerinhouden bespreken. Gebruikte terminologie Binnen de leeftijdsgroep 10- tot 18-jarigen zou je kunnen spreken over kin deren en volwassenen. De term ‘leerlingen’ is het meest gangbaar, maar is die nog wel adequaat? Het onderwijs in Nederland is in beweging: de pe dagogisch-didactische benaderingen van scholen variëren sterk en er is een levendige discussie gaande over nieuwe vormen van leren. Wij richten ons met ons boek op alle leraren, ongeacht het onderwijsconcept waarbinnen zij werken. De voorbeelden komen zodoende uit verschillende contexten, van de vroeger gangbare vormen waarin de leerkracht een meer sturende rol speelt tot vormen waarin het onderwijs sterk leerlinggestuurd is. In het taalgebruik zul je daarom afwisselend begrippen tegenkomen als ‘klas’ en ‘groep’, ‘les’ en ‘onderwijssituatie’. Opbouw De eerste drie hoofdstukken laten zien wat we bedoelen met de drie tandwie len in competentieontwikkeling: oog voor de leerling, oog voor de relatie en oog voor taalontwikkeling in interactie. Het vierde hoofdstuk brengt deze met elkaar in verband en formuleert voor leraren, hun leidinggevenden en

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online